
Anass Meziane
Het kan je niet ontgaan zijn. De discussie over racisme is na de gebeurtenissen rondom de verschrikkelijke moord van George Floyd weer helemaal opgelaaid. Waar sommige organisaties (on)bewust oorverdovend stil blijven, spreken anderen zich wel uit. Op mijn LinkedIn tijdlijn ben ik menig anti-racisme statements van CEO’s tegengekomen. Terecht om je hier luid en duidelijk over uit te spreken. Maar een wijze man leerde mij ooit dat daden zwaarder wegen dan woorden.
Het is een discussie die we in Nederland uiterst moeilijk blijven vinden. Getuigende hiervan zijn de tweets van Erik Mouthaan, VS verslaggever van RTL nieuws. Hij tweette er het volgende over:

Natuurlijk duurde het niet lang totdat hij terugkrabbelde op zijn uitgesproken mening om er een sausje nuance aan toe te voegen.

Een manoeuvre die minister-president Mark Rutte gretig na-aapte. In debat met de Tweede Kamer, maakte hij in zijn weloverwogen en politiek correcte bewoording duidelijk dat hij anders over zwarte piet is gaan denken. Toen pro-zwarte-piet-Nederland schrok van de ommezwaai van Rutte en dacht dat de laatste dagen van zwarte piet nu wel geteld waren, kwam de volgende dag de nuance saus uit de koelkast: “1. het is een private opvatting geen kabinetsbeleid; 2. zwarte piet is niet racistisch, het is een volkstraditie; 3. laat iedereen er zelf over nadenken”.
Kennelijk blijft het lastig je fel uit te spreken over controversiële onderwerpen gelinkt aan racisme. Laten we ‘m daarom niet op de man spelen. Laten we in plaats daarvan de vraag stellen aan de organisaties en instituties die deze week met anti-racisme statements naar buiten zijn gekomen. Ik ga deze organisaties niet vragen of ze anti-racistisch zijn. Die discussie leidt nergens naar. Ik wil het liever hebben over het sluipende broertje van racisme; uitsluiting.
Uitsluiting? Gevoelsmatig is het onderwerp nu al een stuk genuanceerder en minder beladen. Uitsluiting? Wacht eens even, hier hebben we het al vaker over gehad! Diversiteit en inclusie. D&I. De combinatie van deze twee letters zorgt, naast een diepe zucht, binnen vrijwel alle organisaties voor eindeloze discussies. Na een paneldiscussie over D&I bij Coca-Cola European Partners, vertelde een HR-directrice me dat hoe meer er over dit onderwerp gesproken wordt, hoe meer zij het gevoel krijgt dat het nooit goed is. Ergens snap ik haar wel. Je bent namelijk ook nooit klaar met diversiteit en inclusie. Tenminste, als je hier echt intrinsiek gemotiveerd mee aan de slag gaat. Het begint bij beseffen en erkennen dat D&I geen vinkboxje maar een on-going proces is.
Dat Nederland nog een lange weg te gaan heeft naar een samenleving waar iedereen ongeacht kleur zich gelijkwaardig behandeld voelt, is wel bewezen met de duizenden mensen die deze week hun stem hebben verheven. Het ongenoegen waar vele bi-culturele Nederlanders mee lopen gaat verder dan het etnisch profileren van de politie. Het gaat over discriminatie op de arbeids- en woningmarkt, de toeslagen affaire bij de Belastingdienst en de verruwing van het politieke debat. Willen we meer of minder Marokkanen?
Natuurlijk kunnen we corporates niet voor al deze zaken ter verantwoording roepen. Op één na: uitsluiting op de arbeidsmarkt. Als werkgever ligt hier een duidelijke rol en verantwoordelijkheid.
Walk the walk before you tweet the tweet.
Mark Ritson schreef in Marketingweek het opniestuk ‘If Black Lives Matter to your brand, where are your black board members?’. Hierin stelt hij dat bedrijven die raciale gelijkheid op social media supporten, en zelf geen enkele zwarte boardmember hebben, de zaak niet ondersteunen maar hypocriet zijn. Dit keer blijft de ‘nuance saus’ wel in de koelkast.
“If you care about black lives, you don’t’ get inspired by an Instagram post. You get inspired by black faces in de boardroom. Companies need to become the change they are tweeting about. Walk the walk before you tweet the tweet”.



Mooi hoor die post op social media. Maar wat doet jouw organisatie daadwerkelijk voor black lives?